D66 maakt zich – terecht – druk over ons milieu en wijst op onze verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties. Hoe die financieel moeten rondkomen doet er een stuk minder toe, getuige de voorjaarsnota van Sigrid Kaag.
Vandaag publiceert de Raad van State een ronduit vernietigend rapportage over de Voorjaarsnota van Sigrid Kaag. ‘Kabinet stuurt te dicht langs de vangrail’, zo valt er te lezen. Nog een paar citaten:
- Er zijn daardoor geen buffers voor het opvangen van eventuele financiële tegenvallers en er is voor een volgende kabinetsperiode weinig begrotingsruimte.
- De Voorjaarsnota voldoet slechts gedeeltelijk aan de Europese en nationale begrotingsregels.
- De Voorjaarsnota bevat een groot aantal wijzigingen die maar beperkt inzichtelijk en te doorgronden zijn. Zo ontbreekt een totaaloverzicht van de zogenoemde dekkingsopgave, de extra uitgaven en de bezuinigingen.
- Bovendien is de toelichting zeer technisch. De forse dekkingsopgave van het kabinet wordt deels ingevuld met ongerichte bezuinigingen door het inzetten van meevallers, onderuitputting en aanvullende bezuinigingen.
Met het risico om direct te worden weggezet als de zoveel Kaag-basher kunnen we toch ook niet om het patroon eens. D66vindt en roept heel veel maar de daadwerkelijke implementatie van beleid, dan moet je niet lullen maar poetsen om maar in Rotterdamse kampioenstermen te blijven. En vooral: de rekening van wat nu doen moet ook nu betaald worden, door de huidige belastingbetalers. De Raad van State ‘herkent de spanning die het kabinet in het Stabiliteitsprogramma en de Voorjaarsnota beschrijft tussen investeringen die nu worden gedaan voor het aangaan van uitdagingen voor de toekomst, zoals tussen de klimaattransitie en houdbare overheidsfinanciën op de lange termijn.’
Daarvan zegt het kabinet, maar Sigrid Kaag is als Minister van Financiën verantwoordelijk: Het kabinet heeft toegezegd om in de aankomende Miljoenennota een samenhangende analyse op te nemen van de sociaaleconomische structuur van Nederland en van de sterktes en zwaktes op middellange en lange termijn. Dit kan helpen om inzicht te geven in de financieel-, economische en sociale kwetsbaarheden op de lange termijn, zoals waarin wordt geïnvesteerd, welke hervormingen noodzakelijk zijn en hoe deze in de tijd kunnen worden ingepast. Zo’n analyse kan vervolgens helpen om duidelijke en transparante politieke keuzes te maken.
In de taal van de man in de straat: ‘Dat zien we dan wel weer’, voor het eerst in september, op Prinsjesdag. Als we dan nog een missionair kabinet hebben want in demissionaire toestand – niet denkbeeldig gezien de stikstofstandpunten – zal Kaag natuurlijk niet over haar graf heen willen regeren, we horen het haar zó zeggen.